maandag 22 juni 2020

Siemens Safety Evaluation Tool nu ook offline beschikbaar!




Met de TIA Selection Tool kun je zonder uitgebreide kennis van het Siemens producten portfolio, de voor een machine of productielijn benodigde producten eenvoudig selecteren. 
Configureer een compleet project met slechts een paar muisklikken - zonder handleiding, zonder speciale kennis. De gerealiseerde hardware configuratie kan worden geëxporteerd naar het TIA Portal en/of andere systemen. De TIA Selection Tool kan worden gebruikt als cloud-variant, maar kan ook worden gedownload als desktopversie. In de cloud-variant is het mogelijk om de projectconfiguratie met meerdere mensen in een team op te zetten.

Berekening PL/SIL
Na de keuze van de hardware componenten van een besturingstechnische veiligheidsfuncties dient de ontwerper ook aan te tonen dat de gerealiseerde veiligheidsfunctie voldoet aan het vereiste veiligheidsniveau. Daarbij kan de bekende Siemens Safety Evaluation Tool (SET) worden gebruikt. Met de Safety Evaluation Tool (SET) kan je voor besturingstechnische veiligheidsfuncties van machines het Performance Level (PL) volgens de EN-ISO 13849-1:2016 of het Safety Integrity Level (SIL) volgens de EN-IEC 62061:2015 berekenen.

Eén softwareplatform
Het handige van de integratie van de Safety Evaluation in de Siemens TIA Selection Tool is dat nu alles in één softwareplatform gebeurt. Dus als je bezig bent met het selecteren van de producten voor je productielijn en de veiligheidscomponenten, kun je ook de veiligheidsfuncties modelleren en direct het PL -en/of SIL-niveau doorrekenen. Daarnaast is het ook zo dat door de periodieke updates van de TIA Selection Tool, nu ook de Safety Evaluation automatisch in dit update traject mee gaat lopen. 

Producten van andere leveranciers
Het is ook mogelijk naast Siemens veiligheidsproducten ook producten van andere leveranciers aan de TIA Selection Tool toe te voegen. Op dit moment levert bijna elke leverancier van (veiligheids-)componenten de productspecificaties volgens het VDMA 66413 format. De VDMA is het Duitse Fachverband Verfahrenstechnische Maschinen und Apparate, dat enkele jaren geleden het dataformat  (de VDMA 66413 bibliotheek) voor componenten in veiligheidsfuncties heeft vastgelegd, zie de link: https://ea.vdma.org/66413bibo. Daarmee zijn ook de specificaties van componenten van andere fabrikanten te importeren in de TIA Selection Tool en te gebruiken in de berekening van de Safety Evaluation. De VDMA bibliotheek van de Siemens veiligheidscomponenten en -systemen is al standaard in de TIA Selection Tool opgenomen.

Voordelen
Het grote voordeel van de integratie van de Safety Evaluation in de TIA Selection Tool is dat alle informatie beschikbaar is in één platform. Vooralsnog zal de eerste release van de Safety Evaluation alleen in de offline-versie van de TIA Selection Tool beschikbaar zijn (Beta-versie). Later zal ook de online-versie beschikbaar komen. 
Een ander voordeel is dat door met de OFF-line TIA Selection Tool de berekeningen nu ook uitgevoerd kunnen worden op locaties waar geen toegang tot het internet beschikbaar is.

Belangrijke links:

Siemens Safety Evaluation Tool now also offline avaliable!





Siemens has recently (June 2020) integrated its Safety Evaluation Tool (SET) into the Siemens TIA Selection Tool. With the SET, the Performance Level (PL) or the Safety Integrity Level (SIL) can be calculated off-line and in the cloud. 

With the TIA Selection Tool you can easily select the products required for a machine or production line without extensive knowledge of the Siemens product portfolio. Configure a complete project with just a few mouse clicks - without manual, without special knowledge. The realized hardware configuration can be exported to the TIA Portal and/or other systems. The TIA Selection Tool can be used as a cloud version, but can also be downloaded as a desktop version. In the cloud version it is possible to set up the project configuration with multiple people in a team.

Calculation PL/SIL

After selecting the hardware components of a control safety function, the designer must also demonstrate that the realised safety function meets the required safety level. The well-known Siemens Safety Evaluation Tool (SET) can be used for this purpose. The SET can be used to calculate the Performance Level (PL) for machine control safety functions according to EN-ISO 13849-1:2016 or the Safety Integrity Level (SIL) according to EN-IEC 62061:2015.

One software platform

The advantage of the integration of the SET into the Siemens TIA Selection Tool is that now everything is done in one software platform. So when you are selecting the products for your production line and the safety components, you can also model the safety functions and directly calculate the PL and/or SIL level. In addition, due to the periodic updates of the TIA Selection Tool, the Safety Evaluation will now automatically be included in this update process.

Products from other suppliers

In addition to Siemens safety products, it is also possible to add products from other suppliers to the TIA Selection Tool. Nowadays almost every supplier of (safety) components delivers the product specifications according to the VDMA 66413 format. The VDMA is the German Fachverband Verfahrenstechnische Maschinen und Apparate (Fachverband Verfahrenstechnische Maschinen und Apparate), which several years ago defined the data format (the VDMA 66413 library) for components in safety functions, see the link: https://ea.vdma.org/66413bibo. This allows the specifications of components from other manufacturers to be imported into the TIA Selection Tool and used in the calculation of the Safety Evaluation. The VDMA library of Siemens safety components and systems is already included as standard in the TIA Selection Tool.

Advantages of the tool

The major advantage of integrating the Safety Evaluation into the TIA Selection Tool is that all information is available in one platform. For the time being, the first release of the Safety Evaluation will only be available in the offline version of the TIA Selection Tool (Beta version, june 2020). Later, the online version will also become available.
Another advantage is that with the OFF-line TIA Selection Tool the calculations can now also be performed in locations where there is no internet access available.

Important links:

donderdag 7 mei 2020

Nick de With registered as TÜV FS Expert Automation

Nick de With registered as TÜV FS Expert Automation


TÜV SÜD has acknowledged the experience and skills of  Nick de With in the field of Functional Safety (PL and SIL) in automation. Mr. De With is founder of Functional Safety Consultants Netherlands (FUSACON B.V.) and since 26 March 2020 he is registered as TÜV SÜD Functional Safety Expert in Automation with ID. TA20011855. See the link: https://bit.ly/2yA3ZPa


The TÜV SÜD Functional Safety Certification Program (FSCP) allows you to be certified as an expert in functional safety. There are 3 levels of personal certification:

- Level 1: FS Engineer IEC 61508
- Level 2: FS Professional IEC 61508
- Level 3: FS Expert IEC 61508

For level 3,  at least a Bachelor's degree is required as well as ten years of professional practice in the field of functional safety in the automation industry. To this end, a number of case studies must be handed over to TÜV SÜD and you must have demonstrable competencies in communicating functional safety. The latter can be done by demonstrating publications, dissertations, training (as a coach) and membership of FS committees.


List of certified persons of TÜV SÜD

After passing the exam, participants receive a certificate of the qualification obtained and are added to the list of certified persons on the TÜV SÜD website: see https://bit.ly/2yA3ZPa.

Of the 3871 TÜV SÜD worldwide certified persons (on 6 May 2020), only 31 are qualified as experts. De With has now reached the highest level. At Siemens, he is now an instructor for the training of TÜV functional safety professional (level 2): see https://sie.ag/2YJyOLU. In addition, he has been giving various courses for many years in the field of CE marking, risk assessment, machine safety at various training institutes.


Member of standards committees

De With has been active in the field of Functional Safety since 1994 and started at a supplier of safety components. He became a member of the Dutch standards committee NEC 44 for the electrical safety of machines in 1996, which also includes the EN-IEC 60204 standard. De With recognised the importance of international collaboration in this area and became a member of IEC TC 44/WG7, the international working group for IEC 62061 SIL for machinery, in 1999. In 2006 he was certified as TÜV Functional Safety Engineer and in 2017 as TÜV Functional Safety Professional and now as TÜV Functional Safety Expert. This level 3 certification allows him to perform Functional Safety Audits in automation projects. The other advantage is that he can now give official training courses for Functional Safety in Automation and take exams under the TÜV SÜD FSCP programme.

Nick de With geregistreerd als TÜV FS Expert Automation


Nick de With geregistreerd als TÜV FS Expert Automation


TÜV SÜD heeft de kennis en vaardigheden van ing. Nick de With op het gebied van Functionele Veiligheid (PL en SIL) in de automatisering erkend. De heer De With is oprichter van Functional Safety Consultants Nederland (FUSACON B.V.) en sinds 26 maart 2020 is hij geregistreerd als TÜV SÜD Functional Safety Expert in Automation met ID. TA20011855. Zie de link: https://bit.ly/2yA3ZPa

Via het TÜV SÜD Functional Safety Certification Program (FSCP) kan je gecertificeerd worden als deskundige op het gebied van functionele veiligheid. Er wordt hierbij onderscheid gemaakt in 3 niveaus van persoonscertificatie:
Niveau 1: FS Engineer IEC 61508
Niveau 2: FS Professional IEC 61508
Niveau 3: FS Expert IEC 61508

Voor niveau 3 moet je tenminste beschikken over een Bachelor diploma en tien jaar professionele praktijkervaring hebben op het gebied van functionele veiligheid in de automatiseringsbranche. Hiertoe dienen een aantal case studies aan TÜV SÜD te worden overhandigd en dien je te beschikken over aantoonbare competenties in communicatie over functionele veiligheid. Dit laatste kan door demonstratie van publicaties, proefschriften, trainingen (als coach) en het lidmaatschap van FS-commissies.

Lijst van gecertificeerde personen vanTÜV SÜD 

Na het slagen voor het examen ontvangen de deelnemers een certificaat van de behaalde kwalificatie en worden ze toegevoegd aan de lijst van gecertificeerde personen op de TÜV SÜD website: zie https://bit.ly/2yA3ZPa.

Van de wereldwijd 3871 (op 6 mei 2020) gecertificeerde personen zijn er slechts 31 gekwalificeerd als Expert. De With heeft dus nu het hoogste niveau gehaald. Bij Siemens is hij inmiddels docent voor de opleiding van TÜV functional safety professional (niveau 2): zie https://sie.ag/2YJyOLU.
Daarnaast geeft hij al vele jaren diverse cursussen op het gebied van CE-markering, risicobeoordeling, machineveiligheid bij verschillende opleidingsinstituten.

Lid van normcommissies

De With is als sinds 1994 actief op het gebied van Functionele Veiligheid en is gestart bij een leverancier van veiligheidscomponenten. Hij werd in 1996 lid van de Nederlandse normcommissie NEC 44 voor de elektrische veiligheid van machines, waaronder ook de norm EN-IEC 60204 valt. De With zag het belang van internationale samenwerking op dit gebied en werd in 1999 lid van IEC TC 44/WG7, de internationale werkgroep voor IEC 62061 SIL voor machines. In 2006 werd hij gecertificeerd als TÜV Functional Safety Engineer en in 2017 als TÜV Functional Safety Professional en nu dus als TÜV Functional Safety Expert. Deze certificering van niveau 3 geeft hem de mogelijkheid om Functionele Safety Audits uit te voeren in automatiseringsprojecten. Het andere voordeel is dat hij nu officieel trainingen voor Functional Safety in Automation kan geven en examens kan afleggen onder het TÜV SÜD FSCP programma.

dinsdag 22 oktober 2019

Kan een machinefabrikant er zomaar voor kiezen om een onder de Machinerichtlijn geharmoniseerde norm te negeren??

Beste lezer,

In trainingen over CE-markering, Machinerichtlijn 2006/42/EG en machineveiligheid wordt vaak gesproken over de noodzaak van toepassing van geharmoniseerde EN-normen bij het ontwerp, de bouw en realisatie van een machine.

Het komt wel eens voor dat je je, als gebruiker van de machine, afvraagt waarom de fabrikant een bepaalde geharmoniseerde EN-norm niet op zijn EG-Verklaring van overeenstemming (afgekort EG-VVO) vermeldt, terwijl je van mening bent dat de fabrikant deze norm juist wel zou moeten vermelden.

Wanneer je de fabrikant daarmee confronteert komt het regelmatig voor dat de machinefabrikant (of zijn CE-adviseur) vindt dat hij de norm niet hoeft toe te passen en dus niet hoeft te vermelden op de EG-VVO om de volgende redenen:
  • Het gebruik van geharmoniseerde normen is niet verplicht.
  • Het gebruik van een geharmoniseerde norm geeft het vermoeden van overeenstemming met de “essentiële eisen” van de MD (bijlage I).
  • Een geharmoniseerde norm geeft “the state of the art” weer. Dit is een combinatie van technische en kostenaspecten.
Als je dit als "leek" leest komt het mogelijk over dat je als machinefabrikant er zelf voor kunt kiezen of je wel of niet een geharmoniseerde norm toepast. Normen zijn niet verplicht en het gaat toch slechts om een vermoeden van overeenstemming?!

Er wordt in de opsomming verzuimd te vertellen dat de Europese Unie een grote set Europese normen heeft geharmoniseerd onder de Machinerichtlijn, waarmee de wettelijke essentiële veiligheids- en gezondheidseisen uit Bijlage I van de Machinerichtlijn technisch concreet worden gemaakt.

Ook wordt niet vermeld dat een fabrikant alleen het zogenaamde "vermoeden van overeenstemming" met de wettelijke eisen uit Machinerichtlijn Bijlage I krijgt, als hij bij het ontwerp van zijn machine de voor deze machine geldende geharmoniseerde normen toepast. Op het moment dat hij afwijkt rust op hem de verplichting om aan te tonen hoe hij met de door hem gekozen oplossing op hetzelfde veiligheidsniveau (of een hoger niveau) uitkomt. Dit moet hij in ieder geval ook vastleggen in het Technisch Dossier.

We hebben in het besproken geval dus te maken met een fabrikant die meldt dat hij bepaalde normen niet op de EG-Verklaring van overeenstemming wil zetten, ondanks dat deze wel voor zijn machine gelden.

Als een gebruiker dit voor de ingebruikname van de machine merkt, dan heeft de gebruiker de plicht om aan de fabrikant te melden dat het "vermoeden van overeenstemming" niet meer geldt. Hij zal de fabrikant dan moeten vragen om aan hem (de gebruiker) aan te tonen dat de machine toch aan de geldende wettelijke eisen van de EU richtlijnen voldoet.

De Euopese Unie heeft de "Gids voor de toepassing van Machinerichtlijn 2006/42/EG - 2de uitgave - juni 2010" uitgegeven, waarin uitleg §110 duidelijk de status van normen weergeeft. In de attachment bij deze email zijn een aantal belangrijke alinea´s van uitleg §110 gearceerd, waarmee kortgezegd het volgende duidelijk wordt:
  1. De Europese geharmoniseerde normen geven gedetailleerde technische specificaties om aan de essentiële veiligheids- en gezondheidseisen van de Machinerichtlijn te kunnen voldoen.
  2. Toepassing van de specificaties van de geharmoniseerde norm leidt tot het zogenaamde "vermoeden van overeenstemming" met de essentiële veiligheids- en gezondheidseisen (Machinerichtlijn Bijlage I) waarop de norm betrekking heeft.
  3. Het hoofdstuk toepassingsgebied (scope) van een norm beschrijft het onderwerp van de geharmoniseerde norm (categorie machines of veiligheidsaspect). 
  4. Bijlage "Z" van de geharmoniseerde norm geeft aan op welke essentiele veiligheids- en gezondheidseisen (Machinerichtlijn Bijlage I) de norm precies betrekking heeft.
  5. De geharmoniseerde norm vormt de indicatie van de stand der techniek en geeft dus een indicatie van het niveau van veiligheid dat van een gegeven product/ machine mag worden verwacht.
  6. Een fabrikant die afwijkt van de geharmoniseerde norm, moet kunnen aantonen dat zijn alternatieve oplossing in overeenstemming is met de essentiële veiligheids- en gezondheidseisen van de Machinerichtlijn en een niveau van veiligheid biedt dat ten minste gelijkwaardig is aan het niveau dat door toepassing van de specificaties van de geharmoniseerde norm geboden wordt.
  7. Wanneer een fabrikant ervoor kiest om geen geharmoniseerde normen toe te passen, of om slechts gedeelten van geharmoniseerde normen toe te passen, moet hij in het Technisch Dossier het resultaat van de ondernomen risicobeoordeling vermelden, evenals de maatregelen die zijn genomen om aan de essentiële veiligheids- en gezondheidseisen (Machinerichtlijn Bijlage I) te voldoen.
  8. Wanneer een fabrikant ervoor kiest om slechts gedeelten van een geharmoniseerde norm toe te passen kan hij in de EG-Verklaring van overeenstemming vermelden welke delen of clausules van een geharmoniseerde norm zijn toegepast.
Uit de bovenstaande samenvatting van uitleg §110 "Gids voor de toepassing van Machinerichtlijn 2006/42/EG - 2de uitgave - juni 2010" blijkt dat een fabrikant van een machine de verantwoordelijkheid heeft om kennis te nemen van de gedetailleerde technische specificaties uit al de geharmoniseerde normen die voor zijn machine gelden.
Zie de link: https://ec.europa.eu/docsroom/documents/9202/attachments/1/translations/nl/renditions/native


Bij afwijkingen van de geharmoniseerde normen, moet de fabrikant kunnen aantonen dat zijn alternatieve oplossing in overeenstemming is met de essentiële veiligheids- en gezondheidseisen van de Machinerichtlijn en een niveau van veiligheid biedt dat ten minste gelijkwaardig is aan het niveau dat door toepassing van de specificaties van de geharmoniseerde normen geboden wordt.

De risico's van de afwijkingen dienen door hem separaat beoordeeld te worden en het niveau van veiligheid van gekozen alternatieve oplossingen dient ten minste een gelijkwaardig te zijn dan het veiligheidsniveau genoemd in de geharmoniseerde norm. Deze risicobeoordeling en de keuze van de alternatieve oplossingen dient te worden vastgelegd in het Technisch Dossier van de machine.

Ik hoop dat de lezer hiermee betere argumenten heeft om een fabrikant die onder een bepaalde geharmoniseerde norm uit wil komen op zijn verantwoordelijkheid te wijzen.

Met vriendelijke groeten / Yours sincerely
Amicalement / Mit freundlichen Grussen

Ing. N.W. (Nick) de With
Senior Safety Consultant
TÜV Certified Functional Safety Engineer

FUSACON B.V., Functional Safety Consultants Nederland
Vogelenzangseweg 20, 4124 AS HAGESTEIN, The Netherlands

E : info@fusacon.nl
W : www.fusacon.nl

zaterdag 7 december 2013

PL en SIL; misverstand nummer 2: “SIL is niet geschikt voor een besturing met hydraulische of pneumatische deelcomponenten"

Het werkgebied van IEC 62061 is volgens de scope beperkt tot de elektrische/ elektronische en programmeerbaar elektronische (E/E/PE) systemen. ISO 13849 behandelt naast de elektrische componenten ook pneumatische, hydraulische en mechanische componenten/systemen.  In de ISO 13849 wordt onder “elektrisch”  zowel elektrisch, elektronisch als ook programmeerbaar elektronische componenten verstaan. 


Figuur 1: Foutieve tabel 1 met geadviseerde toepassing SIL en PL-norm. (bron: EN 62061 en EN-ISO 13849-1)

In zowel beide normen staat bovendien een tabel 1, zie figuur 1, die in de eerste regel (A) aangeeft dat “niet-elektrische” componenten, bijvoorbeeld hydrauliek of pneumatiek niet afgedekt worden door de IEC 62061. Er zijn adviseurs en leveranciers van componenten die hieruit concluderen dat de norm IEC 62061 niet gebruikt zou mogen worden voor machines waar pneumatische of hydraulische componenten in zitten.

Niets is echter minder waar…. Een hydrauliek- of pneumatiekventiel is net als een magneetschakelaar (contactor) in de basis gewoon een elektro-mechanische schakelaar. Als de door de leverancier bepaalde faalfrequentie (λd) of B10d-waarde en de project-specifieke gebruikssituatie van een hydrauliek/pneumatiek component bekend zijn, is de PFH-bepaling met IEC 62061 zonder meer mogelijk.

Ondertussen is in het jaar 2009 zowel door ISO als door IEC een technical report uitgegeven, respectievelijk ISO TR 23849 en IEC TR 62061-1, waarin duidelijk wordt vermeld dat deze tabel 1 uit de normen op dat punt niet klopt! Allebei de normen kunnen worden toegepast voor veiligheidscircuits met elektrische, pneumatische, en hydraulische componenten.

Zie deze documenten bij NEN:


Let op: Beide documenten hebben exact dezelfde inhoud!

dinsdag 15 februari 2011

PL and SIL; misconception number 1: "SIL is only for machines in the process industry."

Introduction:
Developments such as electronics and software for safety functions in the machine control system have led to fact that the standard EN 954-1 1996 no longer meet the requirements and will be withdrawn on December 31, 2011!

Therefore two new standards were established for the machinery sector. In the year 2005 the standard EN 62061 was adopted and one year later the EN-ISO 13849-1, respectively giving a classification of the safety level in a "Safety Integrity Level” (SIL) and a “performance level” (PL). Both standards are harmonised under the new Machinery Directive 2006/42/EC.


The misunderstanding:
A frequently heard statement from suppliers as well as consultants, "The SIL standard has its origins in the process industry and is primarily intended for companies who deliver machinery in the process industry." When you don’t deliver machines to the process industry, it is much more logical and better to apply the PL standard.


The reality:
The old EN 954 had no requirements for safety components made up of programmable logic. It refers users to the standard "IEC 1508”, which in 2000 was adopted as European standard EN 61508 (IEC 61508). This standard consists of seven parts and is very extensive (740 pages).


The EN 61508 is written by people from various industries and should be seen as a "basic safety publication". This means that this standard can be used by IEC technical committees to create their own industry sector standard or product standard. See also a useful book [1] from IEC about the purpose of this standard.


The standard EN 62061 (IEC 62061) is derived from the EN 61508 and the IEC standard committee TC44/WG7; safe control systems for machinery made it an industry sector standard [2]. The EN 62061 is specially developed for the machine industry! This committee consists of several experts in the field of control technology, ranging from product suppliers and consultants to notified bodies.


In addition, the process industry since 2003 has their own derivative, called IEC 61511. The figure below shows that in various industries a specific “SIL sector standard” is created already.


In short, EN 62061 is specifically developed for the machine industry!


This blog is powered by www.fusacon.nl